Over TPACK

Het TPACK model is ontwikkeld door Matthew Koehler en Punya Mishra en beschrijft de kennis die een leraar nodig heeft om ict te integreren in zijn of haar onderwijs. Bij lesgeven gaat het erom dat een leraar weet wat er moet worden onderwezen (vakinhoud) en hoe dit moet worden onderwezen (vakdidactiek). Om ict op een zinvolle manier te gebruiken in het onderwijs, moet een leraar weten hoe de vakinhoud inzichtelijk en begrijpelijk gemaakt kan worden met behulp van ict en welke didactiek het leren van bepaalde onderwerpen met behulp van ict versterkt.

Uitgangspunt bij het TPACK model is dat het niet voldoende is dat leraren beschikken over afzonderlijke kennis van ict, didactiek en vakinhoud. Het gaat er juist om dat leraren leren begrijpen hoe de drie kennisdomeinen vakinhoud, didactiek en ict met elkaar samenhangen. TPACK veronderstelt dat leraren weten waardoor bepaalde leerinhouden moeilijk of makkelijk te leren zijn en hoe ict-toepassingen de leerlingen kunnen helpen om problemen tijdens het leerproces te overwinnen. Succesvol lesgeven met behulp van ict betekent dat de leraar continu een balans zoekt tussen de kennisdomeinen van het TPACK-model.

 

Het TPACK-model zoals dat op dit moment gepresenteerd wordt is te zien in het figuur. Uit de figuur kan afgelezen worden dat TPACK bestaat uit de drie kennisdomeinen vakinhoud (Content Knowledge), didactiek (Pedagogical Knowledge) en ict (Technological Knowledge).

 

Content Knowledge (CK) omvat de centrale feiten, concepten, theorieën en procedures van een bepaald vakgebied, maar ook kennis van de manier waarop het vakgebied zich uitbreidt. Pedagogical Knowledge (PK) omvat de manier waarop leerlingen leren, hun (mis)concepties, inzet van leermiddelen, evaluatie van leren, klassenmanagement, lesvoorbereiding en -uitvoering. Met de combinatie van vakinhoudelijke en didactische kennis kan de leraar leerlingen helpen complexe concepten te begrijpen. Technological Knowledge (TK) is kennis van media. Dit kunnen traditionele media zijn zoals het schoolbord, de overheadprojector en de rekenliniaal, maar ook  moderne media, zoals het digibord, het internet en digitale video.

 

Verder onderscheiden Koehler en Mishra de geïntegreerde componenten Pedagogical Content Knowledge (PCK), Technological Pedagocial Knowledge (TPK) en Technological Content Knowledge (TCK). Pedagogical Content Knowledge is daarbij wat hierboven beschreven werd: vakdidactiek, de kennis die de leraar nodig heeft om het vak vorm te geven en aan te passen met het oog op instructie. Technological Pedagogical Knowledge is kennis over hoe de didactiek verandert ten gevolge van ict en Technological Content Knowledge is kennis over hoe de vakinhoud verandert ten gevolge van ict.

 

Leren vindt altijd plaats in een specifieke context. De leraar moet rekening houden met de doelgroep en de situatie. Niet elke vorm van leren is voor elke leerling geschikt. Om ict met succes toe te passen is kennis van vakinhoud, didactiek en technologie niet toereikend: ook kennis van doelgroep, school, infrastructuur en omgeving is noodzakelijk.  Daarom staat er een context-cirkel om het model heen, zodat we eraan herinnerd worden dat we altijd rekening moeten houden met de specifieke situatie waarin ict geintegreerd wordt.